Headline #3, Reality is the strange kind of thing that doesn't go away when you stop believing in it
Door Gertjan Wijnalda

Goeeeeeeeeeeeeeeeedemorgen, middag, avond, wanneer je dit stuk ook leest. Ik ga deze keer het positief denken proberen te bevorderen. Denk maar zo: dit stuk is aan het einde ook weer afgelopen. Headline 3 dus. Je moet tenslotte WAT in je vrije tijd.

Het is nu 14 februari 1997. Ik schrijf dit stukje dus op Valentijnsdag. het is dat ik al een keer op kerst ben ingegaan, anders... ach, wat zal het mij ook kunnen schelen. Want kerst LIJKT wel vercommercialiseerd, maar dat is het niet. Want Sinterklaas LIJKT wel verdrukt te gaan worden, maar dat wordt het niet. En Valentijnsdag LIJKT wel weer zoiets wat wij klakkeloos uit Amerika overnemen, maar... ehh...

Nu ik het trouwens over Valentijnsdag heb: ik kreeg vandaag een brief. Je weet wel, een Valentijnsbrief. Nou zal je denken, wat moet HIJ nou met een Valentijnsbrief, maar goed. Ik kreeg dus een brief. En je raadt nooit wat er op de envelop zat. Een Valentijnspostzegel. Nou ben ik al sowieso niet zo'n voorstander van te pas en te onpas verschillende postzegels voor bepaalde gebeurtenissen, maar Tante Pos heeft nu (op haar beurt) iets van de krasloten overgenomen (de kraspostzegel, dus), want wie ben ik tenslotte!

Ik begrijp nog steeds niet helemaal waarom een postzegel opengekrast zou moeten worden, maar de PTT moet toch IETS doen om het geld dat ze met de telecommunicatie (van de PTT Telecompetitie) verdienen op te maken. Hoe dan ook, ik kreeg een Valentijnsbrief met een Valentijnspostzegel. Ik heb op het moment dat ik het ding bekeek een van de grootste fouten gemaakt die ik kon maken. Ik dacht namelijk: "Wat kan mij het schelen, ik loop gewoon mee met de grote kudde (de mens is tenslotte een kuddedier) en ik kras dat ding open!". En dat was het begin van de ellende. Want wat denk je? Breekt mijn nagel op dat #(*@*)( ding!

Ik ga de PTT een schadeclaim sturen. En nu ik het over schadeclaims heb: de varkensfokkers in Nederland die getroffen zijn door de varkenspest (hun varkens dan) hebben een schadeclaim ingediend bij de overheid. Net alsof die varkenspest de schuld van de regering is. En dan hoor je ze op het nieuws zeggen: "Het is emotioneel heel zwaar voor ons". Typisch zo'n zin die geen normale burger z'n strot uitkrijgt, maar als de mensen van het Journaal het een paar keer goed voorzeggen dan lukt het wel. Niemand die zoiets zegt, behalve de eerste de beste varkensfokker uit The Middle Of Nowhere. Dat verklaart meteen het verschil tussen varkensfokkers en de rest van Nederland. maar goed. Ik kan het me goed voorstellen dat het emotioneel heel zwaar is voor die mensen. Het zijn tenslotte SLACHTvarkens, en die brengen per stuk toch nog wel minstens 100 piek op. Zou ik ook knap emotioneel van worden.

Noodgedwongen moet ik nu naar een ander onderwerp springen, want m'n stof over varkensfokkers is op. Maar ik zou niet weten hoe ik een link moet leggen tussen varkens en de manier waarop ik m'n stukjes schrijf. Het heeft er dus weer niets mee te maken.

Hoe dan ook, als ik mijn stukken na publicatie lees, dan bekruipt mij een onaangenaam gevoel van 'dit begrijp ik niet meer, dit is een complete chaos, dit is een brei van letters'. Niet alleen omdat er dankzij onze lay-out van vorige keer wat woorden zijn weggevallen, maar ook omdat ik vrij chaotisch schrijf. Schreef, want dat heb ik deze keer dus anders gedaan.

Over schrijven gesproken, ik heb thuis e-mail. Internet dus. Omdat ik niet zo goed wist hoe het werkte, gebruikte ik dat vroeger niet vaak.

Nou heb ik normaal gesproken niet zo'n probleem met software (of met apparaten, trouwens), maar sommige dingen gebruik ik liever niet. Neem nou een videorecorder. Ik gebruik dat ding bijna nooit, en wel om de volgende redenen:

(1) Een van de weinige momenten dat je zo'n ding echt hoeft te kunnen gebruiken is om 'm van te voren te programmeren op een bepaalde tijd. Aangezien het instellen met een barcodelezer gaat, en die op de afstandsbediening zit, en de afstandsbediening op zijn beurt weer kwijt is, kan ik het dus wel shaken. En met de hand doen is een tijdrovende klus die bovendien nogal ingewikkeld schijnt te zijn: mijn tante heeft op punt gestaan om na de aanschaf het raam te gooien. Drie mannen moesten er aan te pas komen om haar hiervan te weerhouden. Het heeft zelfs in de krant gestaan...

(2) Ik zou niet weten wat ik eigenlijk moet opnemen. Het is tegenwoordig met die leuke reality-tv (iets voor volgende Headline?) maar het beste dat je zo min mogelijk naar wat dan ook kijkt.

(3) Ik ben doodsbang gezien te worden als ik een videotheek inga, want in zo'n situatie laadt met al gauw de verdenking op zich pornofilms te huren. Porno op zich is nog tot daar aan toe, maar je gaat er zo van geeuwen.

Goed, geen video dus, maar nu wel e-mail. Daarvan kun je zowaar soms NUT hebben. Vervelend is alleen dat steeds meer mensen Internet nemen. Het is zoiets als een hond of een kat: "Wij hebben Internet! Hij heet Fikkie!". Daar gaan ze dan mee aan de gang. Binnen 10 jaar (als het niet eerder is) heeft iedereen in Nederland e-mail. Berg je dan maar...

Boven een e-mailtje staat altijd dat het een e-mail is. Heel vreemd, want boven een brief zet je toch ook niet dat het een brief is? Ik schrijf wel eens met iemand in Denemarken, maar ik heb er nog nooit 'Brief' boven gezet. Logisch, want dan schrijf ik in het Engels, maar je begrijpt het idee. Boven een email staat wel altijd 'E-Mail' dus. Vreemd. Logisch (of liever gezegd onlogisch) gevolg van het feit dat ik, en met mij meerdere mensen, e-mail hebben, is dat er wel eens iemand belt met de mededeling: "Ik ga je een e-mailtje sturen!". In het begin liet ik dat maar zo, want het was natuurlijk wel spannend om een echte e-mail te ontvangen. 't Is net alsof je in een hoofdkwartier werkt ofzo. Ik las toen ook altijd meteen het bericht zodra dat binnenkwam. Nu zie ik wel wat ervan komt.

Waarom? Ik heb iets nieuws uitgevonden. Als er iemand belt dat er een e-mail de deur uitgaat, dan vraag ik of ze die eerst even voor willen lezen, dan weet ik de inhoud nog sneller dan dat de e-mail aankomt. Dit verzoek brengt velen in verwarring: willen ze e-mailen, moeten ze voorlezen. Ze proberen het meestal toch wel, en dan beginnen ze: "E-mail," want dat staat boven het bericht. Even later sturen ze de e-mail zelf ook nog eens, bij gebrek aan zelfvertrouwen. Jammer genoeg weten steeds meer mensen dat ik Internet heb, onder andere dankzij het feit dat ik het al meer dan een jaar heb (ik loop voorop: ik heb toen voorspeld dat binnen een jaar minstens 5 anderen in de klas ook het Net op zouden kunnen, en wat blijkt...). De stapel blijft maar groeien in m'n mailbox. Er is niet tegen op te lezen. meer dan 10 mailtjes per dag is geen uitzondering.

Dit is dus de toekomst van Nederland, als iedereen op een gegeven moment minstens 3 e-mail-adressen heeft, omdat minder niet genoeg is.

En aangezien ik in dit soort dingen vaak voorop loop, ben ik,

Gertjan Wijnalda
radical@cryogen.com (note 25/5/2000: still works!),
g.wijnalda@net.hcc.nl (note 25/5/2000: doesn't work anymore),
radical@dsl.nl (note 25/5/2000: doesn't work anymore).