Headline #9, Alles voorbij
Door Gertjan Wijnalda

Op een goede dag is dit allemaal voorbij. Dan kom je thuis, pak je je agenda, en schrijf je: "Het is afgelopen. Ik kap ermee. Finito!". De dag dat je al je eindexamens gehad hebt, en je -geslaagd en wel- nooit meer naar die school terug hoeft, alleen nog om dat papiertje op te halen. Nou ja, dat maakt je dan niet zo heel veel meer uit.

Als je geen agenda hebt, sta je zo'n dag op, met dezelfde woorden echoënd in je hoofd. Het maakt eigenlijk niet uit of je wel of geen agenda hebt.

Je kijkt in de spiegel, bestudeert je gezicht eens goed en je denkt: "Gelukkig, geen bril". Ach, erg veel kan het je ook niet meer schelen. Als je wel een bril hebt, denk je misschien: "Die bril, ach, dat gaat nog wel, met een beugel zou het veel erger zijn". Het maakt niet veel uit of je nou een bril hebt of niet (of een beugel!).

Aan alles komt een eind. Hebben ze mij verteld. Alles gaat door, stopt, gaat door. Toen ik thuiskwam na een lange dag werken, was ik een geestelijk en lichamelijk wrak. De hele dag op een middelbare school zitten is al erg genoeg, maar daarnaast ook nog hoofdredacteur zijn van een ziek schoolblaadje is slopend voor een man.

Ik zette mijn fiets in de schuur en vroeg mij af wat ik nu weer binnen kon verwachten. Van buiten af kon ik namelijk haar schrille kreetjes al horen.

De deur naar onze woonkamer zwaaide langzaam open... Daar zat ze, op de bank. Ze had haar mooiste pakje aan. Ik groette haar en gooide mijn tas in een hoek van de kamer, alvorens naast haar op de bank plaats te nemen. Wat zou ze nu weer van me willen? Mijn gedachten dwaalden af naar die keer dat ze mij met haar scherpe nagels bijna helemaal open haalde, toen ik niet oplette. Of die keer dat ze me wakker maakte door me helemaal onder te schijten, toen ze bovenop me zat.

De lucht in de kamer scheen steeds dikker te worden, tot ze haar hoofd draaide en mij aankeek. Ik keek recht in haar zaadvragende ogen.

Wat voor soort zou ze nu weer willen? Fiësta, banaan, of toch maar weer sinaasappel? Realiserend dat als ik de verkeerde keus zou maken, ze in een krijsen zou uitbarsten, loop ik op een rustige doch gespannen manier naar de kast. Langzaam open ik de kastdeur en zoek ik naar het bekende doosje met bananensmaak. Het stond helemaal achteraan in de rij van exotische smaken, die ze het lekkerst vindt. Ik draaide me om en wachtte op de reactie die komen ging.

Na enkele seconden bedenktijd, die voor mij uren leken te duren, verleende ze haar goedkeuring aan mijn keus. Langzaam maakte ik het pakje open, haar nog eventjes kwellend.

Na enkele ogenblikken sprong ze er met een nauwelijks verholen, dierlijke lust op af. Even later stroomde het zaad eruit... en kon mijn parkiet aan haar avondmaaltijd beginnen.

Aan alles komt een eind, hebben ze mij verteld, alles gaat door. Stopt. Gaat door,... Maakt het zoveel uit, of je een komma zet, of een punt? Maakt niet veel uit. Of je een komma zet. Of een punt. Alles stopt toch, ooit.

Je wandelt zo eens door je kamer, naar je fiets, en je springt op je fiets. Je bedenkt je dat je helemaal niet naar school hoeft. Ach, uit ellende ga je toch maar even langs. Eens kijken of er nog iemand is. Maar eigenlijk ga je daar niet voor, want het maakt niet veel uit, of er nou wel of niet iemand is. Toch? Nee, echt veel uitmaken doet het niet.

Een gesprekje met een leraar. Hij vraagt zich af wat je hier doet, maar 'je moet het zelf weten'. 'Ja,' zeg je, 'ik moet het zelf weten'. Hij kijkt je wat verwonderd aan. Dan... saved by the bell.

'Kom je ook vanavond?'. Wie is dat nou weer. Ken ik jou? Je kunt gaan, je kunt het ook laten. Je kunt een smoes verzinnen. Zeggen dat je geen zin hebt. Je kunt het ene doen, het andere laten. Of andersom: het andere doen en het ene laten. Eigenlijk zou het wat uit moeten maken. Helaas, helaas, het maakt niets uit.

Het maakt niets uit. Daarom stap je op je fiets en rij je doelloos door de stad. Het stoplicht springt op groen. Je blijft verwonderd staan. Oranje. Rood. Groen. Oranje-rood-groen. Oranjeroodgroen. Uiteindelijk heb je toch een grotere vrijheid dan een stoplicht. Voorzichtig. Stop. Doorgaan. Stoppen. Doorgaan. Alles gaat door, stopt, gaat door. Uiteindelijk komt er aan alles een eind.

Maar...

De moraal van dit verhaal? Trek je niet teveel van stalkende, aan waanbeelden lijdende meisjes aan, zelfs niet als je die geprobeerd hebt te helpen. Ze willen het toch niet zien.

Maar, alles stokjes op een berg met gekheid, het heeft wel degelijk nut. Dat wij hier zijn. Dat wij hier met z'n allen proefwerken zitten te maken. Dat wij hier van maandag tot en met vrijdag minstens zes uur per dag aanwezig zijn. Dat heeft zin. Wie moet er anders de vervuiling op peil houden?

Lots of love to you all. You know who you are.