Psy #3, Van hogere sferen, nieuwe werelden en verloren tijd (1)
Door Gertjan Wijnalda

'Welkom, welkom! Schuif allemaal even een stukje door, zodat iedereen me goed kan verstaan! Goed zo, welkom. Kom rustig dichterbij, ik bijt niet, hoor! Kom dan! Zo. Kan iedereen me nu horen? Mooi zo. Dames en heren, welkom. Welkom in uw toekomstige woonplaats. U hoeft niet zo verbaast te kijken, u bent hier omdat u dat zelf wilde. Nu uw jaar tweeduizend net begonnen is leek het ons een mooi moment uw dromen in vervulling te laten gaan!'.

'Fijn dat u het heeft kunnen vinden, het is niet eenvoudig hier te belanden, besef dat alstublieft goed! Ik begrijp dat dit een nogal schokkende ervaring voor u moet zijn, dat u geen flauw idee heeft waar u zich bevindt, wie ik ben, wat mijn naam is, en wat u hier doet. Toch ben ik niet van plan, hoewel ik dat wel zou kunnen, u antwoorden op uw vragen te geven - probeert ook U niet te zoeken naar het antwoord als er geen vragen bestaan. Vragen zijn overbodig, hier, antwoorden komen vanzelf. U bent hier, zodat u vast kennis kunt maken met de toekomst. Uw nieuwe woning moet nog aangepast worden aan uw wensen, zoals u zult zien, wonen er op dit moment nog anderen. Loopt u even mee, alstublieft! Hup, hup!'

De nogal druk aandoende oude man die voor ons staat doet wanhopige pogingen ons dichterbij te krijgen, maar iedereen kijkt elkaar in opperste verwarring aan. We hebben geen flauw idee wat van ons verwacht wordt. Vreemd, maar dat geeft toch een gevoel van… verbondenheid. Je zit nou eenmaal in hetzelfde schuitje. Als ik om me heen kijk, zie ik vooral mannen. Dat is erg opvallend, en ook best vreemd, omdat ik me niet voor kan stellen dat ik graag naar een plaats met veel mannen zou gaan. Ik kan nou eenmaal beter opschieten met vrouwen. Ook baby's zitten ertussen - en daar is iets vreemds mee. Ze luisteren aandachtig, en praten met hoge stemmetjes met elkaar! Hier klopt iets niet…

'De kast die hier staat, bevat een aantal van de belangrijkste objecten uit de geschiedenis van de wereld zoals u die kent. Zo ziet u hier de snor van Saddam Hoessein, het haar van Einstein, de teelbal van Hitler, de achternaam van Napoleon, de bril van John Lennon en de fles vodka van Jeltsin. Er staan nog veel meer objecten, die u zelf onmiddellijk zult herkennen, nietwaar?'

Eens zien: de appel van Newton, de globe van Gallilei, de zilvervloot van Piet Hein, en een enorme hoeveelheid brieven. Kaarten. Alleen maar objecten die het leven van de personen bij wie ze horen ingrijpend veranderd hebben, en daarbij een stapel papier? Als ik de brieven van dichterbij bekijk, herken ik er een aantal, tot mijn grote schrik. Het zijn brieven die aan mij gericht zijn.

De man staat met zijn rug naar mij toe, en lijkt druk bezig te zijn met de anderen, wat mij de tijd geeft om nog eens beter te lezen. Brieven van mijn eerste vriendinnetje, van daarna, wat doen die hier? Toch krijg ik het gevoel dat dat bijzaak is. Als ik verder in de stapel graaf, stijgt mijn verbazing. De eerste brief die ik te pakken krijgt, is gedateerd op 20 januari 2000. Dat is in de toekomst! Ik besluit niet verder te lezen, omdat ik besef waar die datum voor staat, en ik niet wil weten wat de toekomst brengen zal - die staat, volgens mijn overtuiging, toch nog niet vast. Waar ben ik hier?!

Verder in de stapel kom ik verdere data tegen: augustus 2000, 2001, 2004, 2021 .. en dan iets hards. Een kistje! Het ziet er oud uit, bijna antiek, met roestige ijzeren buitenwerk en donkerbruin, bijna zwart hout. Ik kan mijn nieuwsgierigheid nauwelijks bedwingen. Ik maak voorzichtig het kistje open. Binnenin is het blank, nee, eigenlijk wit hout, en een rode fluwelen bekleding. Erin liggen twee dingen: nog een brief, en een stuk papier. Het stuk papier is leeg, zonder ook maar een druppel inkt. En de brief, die is wel beschreven. Er staat 'Lieve Gertjan, als… als ik toch gewoon de kans had gekregen om het je allemaal uit te leggen….'.

'Wordt het niet eens tijd om verder te gaan, Gertjan?' Ik schrik me rot! Die oude man staat opeens achter me. Gelukkig heeft-ie niets gezien, of deed hij maar alsof? Dat moet toch haast wel? Of zou hij net zo bijziend als John Lennon zonder bril zijn? Tijd om verder te gaan, blijkbaar. Die man heeft iets dwingends in zijn houding. Zijn lange, grijze baard, volle wenkbrauwen, de witte mantel over zijn kromgebogen rug… misschien is het wel het teken dat hij om zijn nek heeft hangen, een slang die in zijn eigen staart bijt. Oneindigheid. Ik besef dat ik naar hem sta te staren. Snel verder, dan maar.