Psy #8, Gevonden: Gefrustreerd Romanticus
Door Gertjan Wijnalda

And off the table-edge
        Falls a drop of azure ink
A drop of writer's blood

Aan het einde van een jaar, een jaar columns schrijven, kijk je wel eens terug. Terug, naar hoe het allemaal begonnen is. Als eenvoudig net-lid van Particolarte, op het introductieweekend, een simpel stukje schrijvend over een contactadvertentie. Een soort introductie tot mezelf. En als ik zo alle stukjes die ik de afgelopen maanden geschreven heb beschouw, heb ik toch het idee dat jullie me een beetje hebben leren kennen. Wat je schrijft, ben je, tot op zekere hoogte. En ik heb altijd de neiging gehad redelijk autobiografisch te schrijven (zie ook de ontknoping van dit stukje).

Psy, deze serie columns, was een introductie tot mijzelf. Een manier om mensen aan mijn ideeën te laten wennen, voor mezelf een manier om af te dalen in de donkere krochten van mijn eigen geest. En ik ben niet alleen maar teleurgesteld in wat ik heb gevonden. Dit laatste deel is een verhaal. Een verhaal, dat echt gebeurd zou kunnen zijn. Misschien is het zelfs wel echt gebeurd. Wat is waarheid?

-

Ze was een jaar of 16, 17 misschien inmiddels. Ze was vroeger veel gepest, en daar had ze op gereageerd als veel mensen doen: ze had zich in zichzelf teruggetrokken, ze was verlegen, stil. Ze durfde geen eigen mening te hebben, bang om iets verkeerds te zeggen. Haar ouders waren gescheiden, ook al geen positieve gebeurtenis. Het leren op school ging prima, maar door haar houding lokte ze ook op de middelbare school gepest uit. Zoals dat wel vaker gaat, had ze een heel innige band met haar moeder - meer vriendinnen dan ouder en kind. Iets dat, hoewel ik het goed begrijp, me altijd vrees inboezemt. Dat gaat vaak fout.

Ze was leuk, maar had weinig vriendjes gehad. Af en toe eens zoenen, een keer met een jongen in een tent geslapen (letterlijk geslapen, als we haar moeten geloven), dat was het. Ze was knap, maar niemand zei dat tegen haar. Totdat ik haar tegenkwam, afgelopen zomer. Ze schrok, wist niet wat te doen, maar ging zelden lang uit mijn buurt. Waar ik op mijn beurt weer van schrok: de meisjes lopen normaal gesproken niet achter mij aan! Na een paar dagen met elkaar gelopen, maar vooral gepraat te hebben was het tijd om huiswaarts te gaan. En ze vroeg mijn emailadres, wat ik uiteindelijk ook gaf, ergens op de achterkant van een blaadje gekrabbeld.

Toen ik thuis kwam, was er mail. Een nietszeggende mail. Ben je weer thuis, dat idee. Ik wilde haar beter leren kennen, mailde ik, dus ik vertel wat over mijn jeugd, voor zover interessant. En zo ging dat goed. Uiteindelijk zocht ik haar telefoonnummer op, en belde haar. We spraken elkaar weer, vlinders. Zij ook, zei ze. En eindelijk maakten we een afspraak, we kenden elkaar redelijk goed, inmiddels. Dat dachten we, tenminste. We plaagden elkaar een beetje, toen ik bij haar was (waarom gaan jongens altijd naar meisjes toe?).

De eerste zoen kwam vrij onverwachts, snel zelfs, voor zo'n verlegen meisje. Mijn idee was het niet - niet op dat moment. Daarna ging het zoals verwacht: we zagen elkaar vaker. Toch had ze geen goed gevoel. Of, zoals ze zelf zei, haar gevoel was niet helemaal goed. Ze voelde zich te jong, dacht niet dat ze emotioneel toe was aan een relatie. Een kleine toelichting is hier nodig. Ik ben zelf altijd meer iemand geweest die een goede relatie wilde (en daar ook bereid was voor te knokken) dan een one night stand. Die zijn er dan ook niet veel geweest. Toch voelde ik me in dit geval bereid om weliswaar mijn gevoel niet te onderdrukken, maar dan toch op z'n minst het woordje 'relatie' te laten vallen. En zo geschiedde.

Op een dag stuurde ik haar, hoe clichématig, een bos rozen. Rode, jawel, natuurlijk. Dat had ik beter niet kunnen doen. Ze voelde zich gedwongen, in een relatie geduwd worden. Elke uitleg van mij deed er niet toe, zo voelde ze het nou eenmaal. En daar heb je dan rekening mee te houden. Een week of twee later vertelde ze me, dat haar moeder de hoeveelheid kaartjes van mij wat overdreven vond, en elke avond aan de telefoon (zij belde mij!) ook. En dat we dat dus maar eens moesten gaan minderen. Ik zei al dat zulke moeder-dochter-relaties vaak voor complicaties zorgen…

Een simpele uitleg dat, als je verliefd bent, je zoveel mogelijk tijd in elkaars gezelschap wil doorbrengen, en, als dat niet mogelijk is, elkaar zoveel mogelijk wil spreken, werd niet op prijs gesteld. Dat begreep haar moeder ook wel, die was toch niet gek! Bovendien was ze ook wel eens verliefd geweest, dus moest ik geen open deuren in gaan trappen. Zoals je wil.

Uiteindelijk vertelde ik haar dat ze naar mijn mening toch wel erg veel dingen van haar moeder overnam. PATS. Een klap in m'n gezicht, en dat van zo'n verlegen meisje (wel waar: inmiddels had ik zoveel op haar zelfvertrouwen ingepraat, dat ze die weerloze positie een beetje kwijt was, misschien moet ik dus toch maar iets in de psychologie gaan doen). Op dat moment hadden we het point of no return gepasseerd, het ultieme punt waarop dingen nog goed kunnen komen. En uiteindelijk loopt zoiets dus stuk. Op mijn romantische uitingen en op haar moeder. Misschien moet ik haar moeder maar eens een bosje rozen sturen…

-

Op grotere schaal bekeken, voel je je als romanticus erg onbegrepen in deze wereld. En zo voel ik me dan ook, regelmatig, onbegrepen, en daardoor gefrustreerd. Dit jaar heb ik geprobeerd om wat meer begrip te kweken voor mijn romantische ik - for that sake, voor alle romantici in deze wereld. Toch zijn de meeste columns die ik dit jaar geschreven heb, slechts geschreven vanuit het oogpunt van 'de romanticus', een figuur waar ik me ten dele achter heb verschuilt (toegegeven, mijn Psy in januari en, zeker, februari waren meer, of zelfs volledig, mezelf).

Laat echter duidelijk zijn dat 'de romanticus' wel degelijk een stukje van mij is, ik heb zeker geen onzin over mezelf lopen verkondigen. Toch zijn enkele dingen wellicht wat overtrokken opgeschreven, om meer aan het romantische idee te voldoen. Deze serie columns was een beschouwing van die romantische kant van mijn persoonlijkheid. De meeste mensen hebben echter meer dan een gezicht, en zo ook ik. Volgend jaar zal ik verslag doen vanuit de donkere hoeken van mijn geest waar 'de filosofische gek' zijn intrek heeft genomen. Wees gewaarschuwd.