Headline #8, Een dag uit het leven van mij (2)
Door Gertjan Wijnalda

Wat er de vorige keer gebeurde (origineel, he?): "Het was een vrij normale dag. Een dag die normaal gesproken zou eindigen met mij ondersteboven in m'n bed liggend met een washandje en een flles tequila in m'n hand. Gewone dag, weet je wel?". Ik was encyclopedieën aan het verkopen en ik kwam bij een of andere whizzkid binnen, verkocht een encyclopedietje (leuk woord, leuk woord, ook HELEMAAL niet irritant om te tikken), en ik ging weer verder.

Pas toen ik op de bel van het volgend huis drukte, besefte ik dat ik een fout maakte. Er deed iemand open en zag me daar met m'n encyclopedietjes staan. Deze overigens bijzonder aantrekkelijke vrouwspersoon begon me de huid vol te schelden, en smeet me daarna (met encyclopedieën en al) van de oprijlaan. Gelukkig was dat alles. Tenminste, dat dacht ik, want a) mijn Albert Heijn-tas (he, mag ik wel reclame maken?) scheurde, b) de hond, die heel poëtisch Flash gedoopt was ("Toe maar, Flash!") begon achter me aan te sjezen en c) al m'n enclyzomed(#&@*&@*#... boeken vielen op de grond, met die hond achter me aan. Aan die fles tequila had ik op dat moment wel behoefte gekregen.

Het een-na-laaste huis van dat Groehnhoudt Compel deed me gewoon... ja... GEWOON aan. Een oprijlaantje (5 meter) met kiezelsteentjes, een kortgeknipt gazonnetje, wat struikjes en heggetjes, een fonteintje in een vijvertje, wat bloemetjes. Om kort te gaan, gewoon, zeker voor zo'n wijk. Eigenlijk schoten op dat moment de rillingen door m'n ruggengraat. Het was zo gewoon, niets aparts, het deed kunstmatig gewoon aan. Ril.

Toen de deur openging stond er een alien voor me. Ik weet dat er weinig mensen zijn die me zullen geloven, of zelfs maar een poging daartoe wagen, maar ik meen het. Misschien was het de hitte die op m'n hoofd heeft geschenen toen ik met die hond achter me aan al die boeken (gelukkig dat het maar een tweehonderdzesenzestig-delige encyclopedie was) aan het opruimen was, of ik moet alsnog een fles tequila hebben bemachtigd, maar ja. Ik herinner me het nog zo goed, zo helder, het leek wel Jomanda-water. Er stond een alien. Niet zo een als je wel in films ziet of waarover je in boeken leest, maar eigenlijk een vrij normale. Gewoon, ongeveer zo groot als ik, ietsje groter misschien, met grote ogen, grijs haar, en een arrogante glimlach op z'n gezicht. Als'ie niet groen geweest was, had ik vast en zeker gedacht dat het Bill Clinton was die voor me stond. Je kunt je voorstellen dat ik me rot schrok.

Als een gek draaide ik me om, wilde wegrennen - recht een ufo in. Vanaf dat moment werd alles vaag (en dit verhaal trouwens ook, wat een alweer een goeie reden is om het af te ronden).

Iets zachts onder m'n voeten. M'n hoofd doet pijn. Ik voel iets nattigs. Het lijkt wel een washandje...